woensdag 18 december 2013

Overzicht herfst 2013

Dit had u nog te goed: een overzicht van de meteorologische herfst van 2013 in Drongen-Baarle. Begin november ontbreken de waarnemingen enkele dagen. Mijn weerstation was uitgevallen toen ik in het buitenland was, waardoor ik niet kon ingrijpen, helaas.






dinsdag 10 december 2013

Gezocht: ijsmeester voor de regio Mechelen

In de regio Schelde-Neteland heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een gebied "schaatsrijp" gemaakt voor liefhebbers van natuurijs. Het gebied ligt in de gemeente Leest, vlak bij Mechelen. De verantwoordelijken van dit gebied zijn nu op zoek naar een gemotiveerde en enthousiaste ijsmeester (m/v).

Die ijsmeester is een ervaren schaatser, met de nodige kennis van natuurijs. Hij/zij houdt van bij het begin van een vorstperiode de ijsvorming op het schaatswater goed in de gaten en zal de bevoegde instanties bijstaan om te oordelen of het ijs al dan niet vrijgegeven kan worden voor de grote massa. Hij/zij is ook verantwoordelijk voor het eventueel uittekenen van een veilige ijsbaan en het sneeuwvrij houden van het traject, uiteraard met hulp van andere vrijwilligers.
Voor specifiek meteorologisch advies tijdens vorstperiodes mag de ijsmeester in spé  mij altijd contacteren, ik zal hem/haar met veel plezier bijstaan.

Wie geïnteresseerd is, kan contact opnemen met mij via het contact-formulier van deze site. Ik breng de kandidaten dan in contact met de verantwoordelijken.

Schaatsers uit Mechelen en omgeving, grijp deze kans!


zaterdag 7 december 2013

Terugblik op het gevaarlijk stormtij

Nu de rust is teruggekeerd op de weerkaarten, is het tijd om eens terug te blikken op het gevaarlijk stormtij dat in de nacht van 5 op 6 december optrad. Tijdens dat stormtij werd aan onze kust de hoogste waterstand opgetekend sinds de watersnoodramp van 1 februari 1953. Gelukkig leidde de stormvloed tot weinig of geen schade. Dat zorgde er meteen voor dat er her en der te horen viel dat de situatie op voorhand overroepen was en dat al die voorzorgsmaatregelen eigenlijk niet nodig waren. Is dat ook zo? Het antwoord is een kort en krachtig: nee.

De woelige Noordzee op 6 december in Raversijde (foto Ria Ceulemans)


Was de stormwind overschat, zoals hier en daar te horen viel? Nee. Van meet af aan hebben de meteorologen aangekondigd dat de storm op zich allesbehalve uitzonderlijk was. De windverwachting is perfect uitgekomen: donderdagnamiddag stond er, zoals al dagenlang verwacht, op volle zee kortststondig een 9 Bft uit het westen, met rukwinden tot 100 km/u en aan de kust een harde tot stormachtige wind (7 à 8 Bft). De verwachte waardes zijn dus perfect uitgekomen. Wat het bijzonder maakte, was dat deze storm samenviel met een springtijperiode én dat de wind over het grootste deel van de Noordzee uit het noordwesten tot noordnoordwesten kwam. Daardoor werd een grote watermassa opgestuwd in de richting van onze kust.

Ook de waterstand was correct ingeschat. De verwachte waarde was 630 cm TAW. Op de diverse meetlocaties langs onze kust zijn uiteindelijk waarden opgetekend tussen 615 en 635 cm TAW. Vanaf een peil van 590 cm TAW is er officieel sprake van een "gevaarlijk stormtij".

Op basis hiervan mogen we gerust stellen dat de storm en de stormvloed op voorhand niet overschat zijn.

Vergelijkingen met eerdere situaties
De eerste waarschuwing voor een gevaarlijk stormtij is uitgegeven op dinsdag 3 december 2013. Meteen is toen de procedure op gang gebracht om onze kust extra te beschermen. Nog die dag zijn de mariene meteorologen van het OMS gelijkaardige situaties uit het verleden met elkaar gaan vergelijken. Het was duidelijk dat de meteorologische toestand ernstiger was dan op 9 november 2007 en 2 januari 1995, toen respectievelijk waterstanden van 593 cm TAW en 586 cm TAW zijn opgemeten. Het windveld over de Noordzee was wel duidelijk iets minder strak dan dat van de grote watersnoodstorm op 1 februari 1953. Toen kwam het water in Oostende tot 666 cm TAW. De binnenlopende resultaten van de getijmodellen bevestigden deze stelling.


De verwachting van het OPTOS- BCZ-getijmodel van 4 december (bron: mumm.ac.be)


Bij de stormvloed van 1 februari 1953 vielen in Nederland ruim 1836 doden, in België 28. Onder meer de binnenstad van Oostende liep toen onder water. De verwachte waterstand voor 6 december was de hoogste sinds die noodlottige datum. Het was dus echt geen moment om passief toe te kijken en af te wachten wat er zou gebeuren. Volkomen terecht werd beslist om diverse zwakke plaatsen extra te beveiligen.

Er is gelukkig veel veranderd sinds 1953. Reusachtige infrastructuurwerken zijn sindsdien uitgevoerd om onze kust en die van Nederland te beschermen tegen een volgende stormvloed. Dat het gevaarlijke stormtij van 6 december nauwelijks schade opleverde, toont aan dat het goed bestede uitgaven waren.
De stormvloed van 1953 kwam ook onverwacht. De eerste waarschuwingen kwamen er pas op 31 januari, minder dan 24 uur voor de ramp zich zou voltrekken. De meteorologie stond toen nog lang niet zo ver als vandaag. Het was in die tijd ook nog veel moeilijker om de verantwoordelijken en de bevolking tijdig te informeren. Nu was er al dagen op voorhand gewaarschuwd.

De stormvloed van 6 december heeft een paar dingen duidelijk gemaakt. Onze kust kan een stormtij dat net iets minder krachtig is dan dat van 1 februari 1953 probleemloos aan, dankzij het werk en de inspanningen van de vorige en huidige generaties. Dit was ook een belangrijke test voor de getijmodellen, die nog nooit dergelijke hoge waterstanden hadden berekend. Ze hebben bewezen dat ze zeer accuraat omgaan met extreme omstandigheden, want de modeluitvoer sloot vrijwel perfect aan bij de werkelijk opgetreden waterstand.

Les voor de toekomst
Eén belangrijke les moeten we zeker in het achterhoofd houden: het kan nog veel erger. Een stormvloed is altijd het resultaat van drie factoren die samenvallen: springtij, windrichting en windkracht.
Het voorbije stormtij vond plaats op het einde van een springtijperiode. Het harmonisch hoogwater (zonder invloed van de wind) bedroeg vrijdagochtend 478 cm TAW. Een paar keer per jaar haalt het harmonische springtij waarden van rond de 510 cm TAW.
De grootste opstuwing vindt plaats als de wind over de hele lengte van de Noordzee uit het noordwesten waait. Nu kwam de wind bij ons tijdens het hoogtepunt van de storm nog uit het westen.
De grootste opstuwing vindt uiteraard ook plaatst bij de sterkste wind. Nu was de wind bij het gevaarlijke hoogwater al geluwd tot 7 Bft.

Alle drie de factoren waren vorige vrijdag aanwezig om voor een stormvloed te zorgen, maar geen van de drie was "optimaal". Het is perfect mogelijk dat ooit de 3 factoren wel noodlottig samenvallen: een zeer hoog astromomisch springtij met een zeer zware storm (11 of 12 Bft) die over de hele Noordzee uit het noordwesten tot noordnoordwesten waait. In dat geval moeten we voorbereid zijn op een waterstand die de 630 cm TAW en zelfs de 666 cm TAW ruim kan overschrijden. We mogen nu dus niet op onze lauweren gaan rusten nu we dit gevaarlijk stormtij zonder noemenswaardige problemen hebben doorgemaakt.

Het opgespoten zand heeft onze kustlijn goed beschermd, maar is nu wel deels weggespoeld. (foto Ria Ceulemans, Oostende)



donderdag 5 december 2013

Update gevaarlijk stormtij

****Dit is een archief-artikel uit 2013******


Update 05/12 20.30 uur:

De nieuwe berekeningen van de getijmodellen zijn daarnet binnengelopen en tonen geen verandering. De verwachte waterstand vannacht blijft 6m30, met een marge tussen 6m10 en 6m50.
Ook voor de getijmodellen is dit een grote test. Nooit eerder kregen ze met gelijkaardige omstandigheden te maken. Dit wordt in elk geval een uitstekende testcase om te zien hoe betrouwbaar ze zijn in extreme omstandigheden.Hopelijk komt iedereen de nacht en de ochtend goed door. Veel dank in elk geval voor de honderden mensen die nu druk in de weer zijn om onze overstromingsgevoelige gebieden te beschermen!




Een depressiekern boven de Noordzee trekt naar de Baltische Staten en zorgt daarbij op een groot deel van de Noordzee voor een (plaatselijk zware) noordwesterstorm. Aan onze kust valt het nog mee met de windkracht en staat er deze namiddag 8 à 9 Bft uit het westen op volle zee. Aan de kust neemt de wind toe tot 7 à 8 Bft, met rukwinden tot 90 km/u. Dat is een stevige wind, maar op zich zeker geen uitzonderlijke situatie.

De verwachtingskaart voor komende nacht toont de langgerekte stroming over de hele lengte van de Noordzee.


Het probleem is niet de sterkte van de wind, noch de hoogte van de golven. Het grote gevaar zit in de watermassa die door de storm over de volle Noordzee wordt opgestuwd in de richting van onze kust. Dat zullen we merken bij het hoogwater komende nacht. De wind is dan al wat geluwd, maar het water stijgt aan onze kust rond 3 uur vannacht volgens de laatste verwachtingen tot 6m30 TAW, met een range tussen 6m10 en 6m50 TAW (0 cm TAW is het gemiddelde peil van het laagwater in Oostende). Ook vrijdagnamiddag om 15 uur komt het water nog hoog. We halen dan 5m80 TAW. Ook dan spreken we nog altijd van een stormtij. Pas het daaropvolgende hoogwater, in de nacht van vrijdag op zaterdag, haalt weer een normale waarde.

Een paar cijfers ter vergelijking. Bij een gewoon springtij, zonder invloed van de wind, stijgt het water aan de kust meestal tot rond 4m80 TAW. In de rampzalige nacht van 31 januari op 1 februari 1953 steeg het water in Oostende tot 6m66 TAW. Het hoogwater van komende nacht komt dus bijna anderhalve meter hoger dan een gewoon springtij, maar blijft naar verwachting dus 36 cm onder het niveau van 1953. Natuurlijk moeten we het komende nacht goed in de gaten blijven houden. Een kleine wijziging in de meteorologische situatie kan het water in het best geval wat lager, maar in het slechtste geval ook wat hoger doen uitkomen.
Gelukkig is onze kust de voorbije decennia goed beveiligd tegen mogelijk hoogwater en kunnen deze verstevigingswerken komende nacht hun nut bewijzen.


Misverstanden

Tot slot nog een aantal misverstanden uit de weg ruimen:


  • het hoogtepunt van de storm en het gevaarlijk hoogtij vallen dus niet samen. De wind waait op zijn hardst deze namiddag, maar het gevaarlijk hoogwater komt pas de komende nacht, als de wind al is geluwd
  • niet de golven worden 6 meter hoog, maar het springtij haalt 6,2 meter. De hoogte van de golven blijft beperkt tot 4 meter op volle zee en tot 2,5 meter aan de kust tijdens het hoogtepunt van de storm. Tijdens het gevaarlijk hoogwater zijn de golven nog 2,8 meter hoog op volle zee en nog 2 meter aan de kust
  • er is ook een hoogwater tijdens het hoogtepunt van de storm, deze namiddag om 14.30 uur. Omdat de wind dan nog uit het westen komt, levert dit hoogwater nog geen gevaar op. Het peil komt dan naar verwachting niet hoger dan 4,9 meter TAW
  • dit is geen "superstorm", maar een situatie waarbij een aantal factoren samenvallen waardoor een gevaarlijke situatie ontstaat aan onze kust: een op zich doodgewone stormdepressie zorgt voor een langgerekt windveld over de hele lengte van de Noordzee tijdens een periode met springtij.
U kan de situatie op de voet blijven volgen op de website van het Kustweerbericht.


dinsdag 3 december 2013

Vrijdag gevaarlijk stormtij aan onze kust

Op de weerkaarten is een potentieel gevaarlijke situatie opgedoken. Het lagedrukgebied waarvan in vorige bijdrage al sprake, diept zich de komende 48 uur uit tot een indrukwekkende depressie die over zowat de hele Noordzee zorgt voor een noordwesterstorm. Bij ons valt het met de wind allicht nog mee, maar de stormwind stuwt het zeewater wel op in de richting van onze kust. Het hoogwater bereikt waarschijnlijk het peil van gevaarlijk stormtij, zowel in de nacht van donderdag op vrijdag als vrijdagnamiddag. Dat betekent dat we in Oostende boven de 590 cm TAW uitkomen.


De kaart hierboven toont de situatie zoals het Europese weermodel voor vrijdag berekent. De kern van de stormdepressie ligt al boven de Baltische Staten. Bij ons staat de meeste wind op donderdagavond. We kunnen dan eventjes 9 Bft halen uit het westen. In de nacht van donderdag op vrijdag staat aan onze kust nog een harde of stormachtige wind (7 à 8 Bft) uit het noordwesten. Op zich zeker niet uitzonderlijk, maar we zien hoe er van de Noorse Zee tot in de Noordzee dan één langgerekte stroming staat die al het water naar onze kust stuwt (de rode pijl). Dat zorgt voor een opzet van 120 cm, wat betekent dat het water 120 cm hoger zal komen dan het astronomisch berekende hoogwater. Vrijdag zitten we nog altijd in een springtij-periode. Dat betekent dat het hoogwater in de nacht van donderdag op vrijdag om 3 uur lokale tijd aan onze kust erg hoog zal komen: het berekende astronomische springtij met daar bovenop nog eens de opzet van 120 cm. De getijmodellen berekenen voor Oostende daardoor een waterstand van rond de 600 cm TAW (de modeluitvoer van deze avond zelfs nog wat meer). Het alarmpeil voor gevaarlijk stormtij ligt op 590 cm TAW. Ook voor vrijdagnamiddag 15.30 uur lokale tijd berekenen de getijmodellen nog een waterstand rond de 600 cm TAW.

Ter illustratie de berekening van OPTOS-BCZ, één van de getijmodellen voor onze kust: het alarmpeil wordt volgens dit model vrijdag twee keer overschreden (bron: www.mumm.ac.be)


Het is al lang geleden dat we deze waarden nog hebben gehaald. Op vrijdag 9 november 2007 steeg het waterpeil in Oostende tot 593 cm TAW. Daarvoor was het al geleden van de jaren '90 van vorige eeuw dat we nog eens het peil van gevaarlijk stormtij hadden gehaald. Voorlopig ziet het er naar uit dat we deze waarde kunnen overschrijden en dus het hoogste peil van deze eeuw zullen optekenen. Ter vergelijking: tijdens de beruchte watersnoodramp van 1 februari 1953 steeg het peil in Oostende tot 666 cm TAW (bij benadering, de vlotter van de getijmeter werd toen immers uit zijn buis geduwd; lees er hier meer over).

Het Oceanografisch Meteorologisch Station (OMS) volgt de situatie de komende dagen op de voet. Op de website van het Kustweerbericht zal de waarschuwing geregeld worden aangepast. Indien nodig, zullen ook via andere kanalen waarschuwingen worden verspreid.

zondag 1 december 2013

Arctische lucht zakt naar het zuiden

Vanaf woensdag zien we een interessante ontwikkeling op de weerkaarten. Een hogedrukgebied verplaatst zich van de kust van New Foundland naar het midden van de Atlantische Oceaan. Op donderdag bouwt het een rug uit richting Groenland. Voor de Noorse kust ontwikkelt zich tegelijk een depressie. Tussen beide systemen stroomt een gigantische portie koude lucht vanaf de arctische gebieden de noordelijke Atlantische Oceaan op.

Volgens het Europese weermodel stroomt vrijdag een gigantische portie koude lucht van Groenland via IJsland en de Britse Eilanden in de richting van onze omgeving.


Wat betekent dat nu voor onze omgeving? Tot en met dinsdag zorgt een hogedrukkern voor rustig weer. Woensdag liggen we in een zadelgebied en blijft het nog erg kalm op weergebied. Donderdag begint de wind aan te spannen en te ruimen van zuidwest naar noordwest. In de nacht van donderdag op vrijdag bereiken ook de koudere bovenluchten stilaan onze omgeving. Op 850 hPa (ongeveer 1500 meter hoogte) daalt de temperatuur van +2°C donderdagmiddag naar -6°C rond middernacht. Dat betekent dat de regen in de Ardennen snel overgaat in sneeuw en dat ook in het binnenland de neerslag een winters karakter kan krijgen. Alleen in het westen volstaat die -6°C op 1500 meter niet voor winterse neerslag, omdat de krachtige wind van over de nog warme zee blijft waaien.

Vrijdag koelen - volgens de huidige modelberekeningen -  de bovenluchten nog verder af. Op 850 hPa daalt de temperatuur tot -10 tot zelfs -12°C. In dat geval kan zelfs de kust sneeuw verwachten bij een aanlandige stroming. Op voorwaarde uiteraard dat er neerslag valt. De beruchte "schaduw van Engeland" wil in dat geval wel eens spelbreker spelen.
Echt diepwinters weer hoeven we nog niet te verwachten. De stroming blijft maritiem, waardoor de onderste luchtlagen gevoelig opgewarmd worden. Permanente vorst is bij dit weertype in Vlaanderen deze tijd van het jaar niet haalbaar. Er is wel kans op sneeuw en op een tijdelijk sneeuwdek (let wel: kans, voorlopig nog geen zekerheid). De Ardennen mogen wel rekenen op een sneeuwlaag.

Op deze kaart zien we hoe het Europese weermodel voor vrijdagavond boven ons land een temperatuur van -10 tot 12°C berekent op 1500 meter hoogte.

Spectaculaire weersystemen
De uitbraak van koude (zeg maar arctische) lucht boven het warme zeewater kan tot spectaculaire resultaten leiden. Dat zagen we gisteravond in de uitvoer van het Europese model. Dat berekende voor zaterdag een temperatuur van -40°C op 500 hPa (ongeveer 5000 meter) en van -10°C op 850 hPa (1500 meter). Samen met een zeewatertemperatuur van +11°C zorgt dat voor een enorme dynamiek. Het model kwam voor onze omgeving op de proppen met een kleinschalig systeem, dat veel weg had van een zogenaamd "polar low": een kleinschalig lagedrukgebiedje met een even klein maar bijzonder venijnig windveld (met in een klein gebied mogelijk zelfs stormkracht) en veel neerslag, uiteraard meestal sneeuw. In de noordelijke Atlantische Oceaan komen ze 's winters vaak voor, bij ons zijn ze een stuk zeldzamer.

Dit is het polar low-achtige systeempje dat ECMWF in de modelrun van gisteravond berekende voor komende zaterdag. Uiteraard met meer dan een korrel zout te nemen, maar het toont aan wat voor vreemde dingen er kunnen gebeuren in de koude bovenluchten.


Natuurlijk moeten we deze berekening met een grove korrel zout nemen. Dergelijke kleinschalige systemen zijn moeilijk zo lang op voorhand in te schatten door de globale weermodellen. Het maakt wel duidelijk dat we de weerkaarten de komende dagen extra zorgvuldig in de gaten moeten houden.

(Een dagelijkse update van de situatie krijg je via de rubriek "Weerbericht", zie bovenaan deze bladzijde).